Waarom Tantrika’s zo van goden en godinnen houden

19-09-2021

Door Marije Oostindie

Ik geef privé introducties tot Tantra speciaal voor stellen

Dit artikel vertegenwoordigt de visie van de auteur, deze hoeft niet overeen te komen met de visie van TantraWijzer.

Als je me vijftien jaar geleden zou hebben gezegd dat ik me zou toeleggen op het schilderen van goden en godinnen, dan zou ik je heel raar hebben aangekeken.

Nu zijn ze niet meer uit mijn leven weg te denken.

In dit persoonlijke verhaal vertel ik je hoe mijn haat voor god is veranderd in een grote liefde. Ik vertel je ook waarom we in Tantra zo graag altaren maken met die overvloedige, sensuele beelden en afbeeldingen van goden en godinnen.

Bear with me, want ik begin bij het begin: mijn persoonlijke verhaal.

Ik ben opgegroeid in een tamelijk atheïstisch, wetenschappelijk georiënteerd gezin. Mijn ouders verhuisden na hun studie vanuit het hoge noorden naar een klein ‘zwarte kousen dorp’ in Overijssel waar ze niemand kenden. Het dorp bleek voor de ene helft uit gereformeerden te bestaan en voor de andere helft uit ‘boeren’.

Ik ervoer de mentaliteit in ons dorp als onderdrukkend en polariserend; tegen het agressieve aan. Het was heel normaal om op zaterdagavond bij de plaatselijke danstent iemand in elkaar te slaan, en de volgende ochtend weer in de kerkbanken te verschijnen. Ik was een stuudje als ik goede cijfers haalde en een hoer als ik niet met een jongen wilde zoenen. Als ik met mijn gitaar op mijn rug naar de bushalte fietste, werd ik nageroepen.

Als goddeloos importkind met grote liefde voor kunsten, hoorde ik nergens bij.

Ik heb mezelf als kind een tamelijk dikke huid moeten aanmeten, om niet alsmaar in totale ontreddering en verbijstering rond te hoeven lopen. Die dikke huid beschermde me tegen de pijnlijkheid en de eenzaamheid, en dat was fijn. Helaas verkleinde ze ook drastisch mijn mogelijkheid om nog te voelen dat er óók veel goedheid is in de wereld.

Vertrouwen.
Liefde.

Dankbaarheid kon ik al helemáál niet voelen.
Ook compassie was lange tijd ver weg voor me. Ik veroordeelde de mensen die in mijn ogen ‘kwaad’ deden, keihard.

En toen kwam Tantra…

Ik kon geen pijn meer voelen, maar ook geen blijdschap. Geen verdriet, geen woede, geen liefde. En als je jezelf niet kunt voelen, is het ook moeilijk om echt te voelen dat je leeft. Wat belangrijk voor je is. Waar je grenzen liggen. Welke richting je op wilt in het leven.

En zo kwam het dat ik als 25 jarige mijn leven omschreef als ‘een film die aan me voorbij trekt, maar waar ik zelf niet aan deelneem’.

Ik zie mezelf nog zitten op mijn zolderkamertje in Amsterdam; op mijn knieën om aan God (want je weet maar nooit; misschien bestaat die toch!) te vragen of ik alsjeblieft leraren mocht. Leraren die me zouden leren over het leven zelf.

En God bestond. Maar heel anders dan ik dacht. Ze verscheen in de vorm van een goede vriendin die mij vertelde over de Tantra introductieweek die ze net had gedaan. Ze leek wel licht te geven, en ik dacht alleen maar: ‘dat wil ik ook’.

De eerste dagen van mijn allereerste Tantra retraite liep ik met een boog om het prachtige altaar met godenbeelden heen. Ik voelde me er ongemakkelijk bij, moest er niets hebben. Logisch! Voor mij riekte alles wat naar god verwees naar hypocrisie: liefde prediken en vervolgens mensen uitsluiten. De godenbeelden triggerden mijn angst om er niet bij te horen, als ik me niet conformeerde aan de norm.

Maar gaandeweg de week verzachte ik. Ik werd gevoeliger en raakbaarder door het vele bewustzijnswerk en lichaamswerk dat we deden. Alsmaar opnieuw kreeg ik de boodschap; ‘dit, wat je nu ervaart, is óók ok.’

Zo ongelofelijk anders dan ik had ervaren in mijn jeugd; daar was niets van wat ik bleek te zijn, ok.

En langzaam werd mij ook helder dat deze overvloedige, kostbare beelden niet waren bedoeld als een ‘kijk-ons-eens-de-juiste-tantrische-gadgets-hebben’ showoff. Mijn lerares vertelde regelmatig over hun diepere betekenis.

De verhalen en mythes achter de goden en godinnen op het altaar bleken vol van intelligentie, en zij raakten mij diep. En zo veranderde mijn snoeiharde oordeel in een grote liefde.


Ganesha - acryl op doek - Atelier Aandacht

Niet om ‘in te geloven’

Want wat bleek: ik hoef helemaal niets te geloven. Ik hoef ook niets of niemand te vereren of me te conformeren aan een norm. Want iedere god en godin die de hindoeïstische, Tantrische en boeddhistische wereld rijk is, vertegenwoordigt eenvoudigweg een kwaliteit die wij allemaal in ons hebben. Om van ze te houden, hoef je alleen maar van jezelf te houden.

Ik ga je een paar voorbeelden geven.

Je kent vast Ganesha wel: de god met het olifantshoofd. Hij is misschien wel de meest populaire god uit het enorme hindoeïstische pantheon, en een belangrijke god in Tantra. Hij staat voor ons vermogen om nieuwe dingen te beginnen in het leven: een nieuwe studie, een nieuwe baan, een nieuwe liefde. Hij herinnert ons ook aan onze kracht en ons vermogen om de obstakels te overwinnen die onvermijdelijk op ons pad komen.

En misschien ken je ook Groene Tara wel: de boeddhistische godin van compassie. Zij heeft wel zeven ogen: naast haar twee ‘gewone’ ogen en haar derde oog, zitten er ook ogen in haar handpalmen en voetzolen. Hiermee heeft ze een enorm vermogen om het leed te zien in de wereld. En ze is altijd klaar om op te springen als ze kan helpen. Haar compassie is niet iets buiten ons; het is ín ons.


Groene Tara - acryl op doek - Atelier Aandacht

De beroemdste goden in Tantra zijn Shakti en Shiva. Dit sensuele godenkoppel wordt vaak afgebeeld in yabyum: Shakti op schoot bij Shiva.

Shakti symboliseert energie; alles wat veranderlijk is. Iedere vorm die verschijnt in ons universum is een uitdrukking van Shakti. En iedere vorm, zelfs onze aarde, zal alsmaar veranderen en uiteindelijk ook weer verdwijnen. Wij mensen ervaren Shakti in ons lichaam, in de vorm van emoties, gedachtes en sensaties. In Tantra beoefenen we om de Shakti, in welke vorm ze ook in ons verschijnt, vrij door ons heen te laten stromen. Als we haar niet onderdrukken, kunnen we het leven voller ervaren. Zo groeien we en rijpen we; aan zowel de schoonheid van het leven als aan de pijnlijkheid ervan.

Shiva symboliseert aanwezigheid, bewustzijn; alles wat constant is. Onafscheidelijk van Shakti is ook hij overal in het universum aanwezig. Shiva houdt niet voor niks Shakti op zijn schoot. Hij is als de onveranderlijke bedding voor de alsmaar stromende rivier. Altijd daar, altijd hetzelfde. Shiva is de eeuwige grond van waaruit alle Shakti verschijnt en ook weer in verdwijnt. Als mens ervaren we Shiva doordat we ons bewust kunnen zijn van alles wat we ervaren.

Als we meer Shakti, meer levenskracht, door ons heen willen laten stromen, hebben we ook meer Shiva nodig. Anders zouden we uit onze plaat gaan van al die energie! We ervaren Shiva op het moment dat we onze aandacht naar binnen brengen, als we ‘eenvoudig aanwezig’ zijn. Daarom doen we in Tantra niet alleen lichaamswerk, maar ook allerlei vormen van zelfonderzoek, en mediteren we ook regelmatig.


Shakti & Shiva - acryl op doek - Atelier Aandacht

Naar ons evenbeeld geschapen

Tantra bracht me een diep doorvoelde ervaring: ik ben god. Jij bent god; alles is god.

Hoezeer we ook het contact met die innerlijke essentie kwijt kunnen raken in de rauwheid van het leven; diep van binnen zijn we puur en ongeschonden. Goddelijk. Wij allemaal.

En met de godenbeelden herinneren we onszelf aan die diepe waarheid van onze onschendbare essentie.
That’s it.

Zo leerde ik al die prachtige goden en godinnen kennen als ‘geschapen naar mijn evenbeeld’. En dit is ook precies hoe hun afbeeldingen al duizenden jaren worden gebruikt: als een spiegel.

Je hangt de Groene Tara aan je muur, en telkens als je naar haar kijkt, zie je een goddelijk aspect van jezelf. Jouw compassie; die essentiële kwaliteit die altijd in je is (zelfs als je haar niet kunt voelen!).

Je zet een Ganesha op je altaar en telkens als je hem ziet, voel je iets van de kracht en het doorzettingsvermogen dat in je is.

Een beeldje van Shakti en Shiva in yabyum herinnert je aan je Tantrische beoefening. Aan je vermogen om ‘ja’ te zeggen tegen je ervaring en vervolgens te blijven. Aanwezig, helemaal hier.

Je kijkt naar god…. en je ziet jezelf.
Dat is de beoefening.

Ik hoop dat jij door dit verhaal met nieuwe ogen bent gaan kijken naar al die mooie Tantrische goden en godinnen. En ik wens je heel veel plezier met het kijken in de spiegel!
Liefs,
Marije

p.s. wil je mijn Tantrische goden en godinnen bekijken? Je vindt ze op www.atelieraandacht.nl